Spring naar bijdragen

  • 40 Jaar PC Geschiedenis

     Delen


    Op 12 augustus 1981 bracht IBM in de vorm van de IBM PC 5150 een computer op de markt die achteraf het startpunt vormde van de computer zoals die vandaag de dag nog steeds op of onder je bureau staat. De afkorting pc staat zoals je vast weet voor Personal Computer, een computer die je losstaand kunt gebruiken om in je eentje op te werken. Maar toen de pc in 1981 op de markt kwam, waren er ook allerlei andere computers die hieraan voldeden. 

    Hoewel technisch natuurlijk niet helemaal correct, wordt met de term pc in het algemeen verwezen naar een IBM Compatibel PC. IBM maakt geen pc’s meer, dus tegenwoordig kun je onder de noemer pc een systeem met x86-64-processor verstaan waarop je Windows kunt installeren. De geschiedenis van de pc is namelijk nauw verweven met die van Intel én Microsoft.

    01.png.76d9d91411b07a3aa8064fb6cedaf56a.png

    De IBM PC 5150 was doorgaans voorzien van twee 5,25inch-diskettestations. (Rama, Cc-by-sa-2.0-fr)

    Specificaties IBM PC 5150

    Prijs: $1500,- ($4339,99 gecorrigeerd voor inflatie)

    Processor: Intel 8088 (4,77 MHz)
    RAM: 16-640 KB

    Opslag: Tot twee 5,25inch-diskettestations, optionele harde schijf, cassette-aansluiting
    Grafisch: IBM Monochrome Display Adapter of IBM CGA

    OS: PC DOS, CP/M-86 of UCSD p-System
    Geluid: PC-speaker (1 kanaal)

    Microprocessor-revolutie

    IBM’s pc was natuurlijk niet de eerste computer voor persoonlijk gebruik of de eerste computer die in de huiskamers verscheen. Nadat Intel in 1971 in de vorm van de Intel 4004 de eerste microprocessor uitvond, ging het hard met de ontwikkeling van computers die geschikt waren voor persoonlijk gebruik. Zo kwam Intel een jaar na de voor een rekenmachine ontworpen 4004 met de Intel 8008 die de basis vormde van zelfbouw microcomputers die voornamelijk bedoeld waren voor hobbyisten.

    In 1974 kwam de Altair 8800 op de markt waarin een Intel 8080 het kloppende hart was. Die Altair wordt wel als de machine gezien die de microcomputerrevolutie echt startte. Inmiddels waren ook andere partijen bezig met microprocessors. Zo bracht Zilog in 1976 de van Intel 8080 afgeleide Z80 op de markt en verscheen een jaar eerder de MOS Technology 6502 op de markt.

    Beide chips zijn onder andere gebruikt in computers die bedoeld waren voor hobbyisten en thuisgebruik. Zo vormde de processor van MOS Technology onder meer de basis van de Apple I, Apple II, Commodore VIC-20 en de Commodore 64. De Zilog Z80 wordt dan weer gebruikt in computers als de Sinclair ZX Spectrum en thuiscomputers die voldoen aan de MSX-standaard.

    02.jpg.f648bc8d4c67ee2d0942d8d0e5d0325e.jpg

    De Intel 4004 is de eerste microprocessor en kwam in 1971 op de markt. (Thomas Nguyen, Een processor Intel C4004 zonder grijze sporen.)

    Thuiscomputers

    Veel populaire computers voor thuisgebruik kwamen zelfs na de introductie van de pc op de markt. Want hoewel de IBM pc voor IBM-begrippen goedkoop was, waren de typische thuiscomputers nog altijd een stuk goedkoper. Populaire systemen in Nederland waren bijvoorbeeld de eerder genoemde Commodore 64 of de Sinclair ZX Spectrum. Ook thuiscomputers op basis van het MSX-platform, in Nederland van bijvoorbeeld Philips, kwamen in begin jaren tachtig op de markt.

    Een belangrijk kenmerk van deze systemen was ze dat ze niet software-compatibel waren met andere merken en vaak niet eens met een eventuele eigen opvolger. Een ander kenmerk was dat er doorgaans geen traditioneel besturingssysteem gebruikt werd, maar dat de machine opstartte in een variant van programmeertaal BASIC. Via BASIC konden wel programma’s gestart worden en die werden doorgaans geladen vanaf een audiocassette.

    Hoewel we de vroege pc’s nu vooral kennen met besturingssysteem DOS en opslagmedia als floppydisk of zelfs een harde schijf, had de eerste IBM pc nog wel wat kenmerken van de typische thuiscomputer. Zo was Microsoft BASIC ingebouwd en was het apparaat voorzien van een aansluiting voor een cassetterecorder als alternatief voor het dure diskettestation.

    Standaardonderdelen

    De PC 5150 was uiteraard niet IBM’s eerste computer, maar het bedrijf was voornamelijk actief met dure zakelijke mainframes en had geen antwoord op relatief goedkope microcomputers. Bij de ontwikkeling van de pc die binnen een jaar werd afgerond, was het doel een computer te maken die goedkoop genoeg was om op een individueel bureau en zelfs thuis te staan. Vanwege tijdsdruk werd besloten om gebruik te maken van standaardonderdelen van andere fabrikanten.

    Voor de processor werd gekozen voor een Intel 8088, een goedkopere variant van de 8086 met een 8bit-databus wat het ontwerp van het moederbord goedkoper maakte. Wel kon de processor maximaal 1 MB RAM adresseren, een veelvoud van wat veel van de thuiscomputers toen hadden. In de praktijk was 640 KB overigens de maximale hoeveelheid RAM, de rest van de geheugenadressering van de cpu werd gebruikt voor de ROM, het videogeheugen en andere uitbreidingen.

    Het is tegenwoordig nauwelijks voor te stellen, maar die processor bestond op dat moment al een paar jaar want Intel bracht de 8086 al in 1978 op de markt. Zelfs de veel snellere 80286 die IBM pas in 1984 gebruikte voor een snellere pc was toen al op de markt. In navolging op andere populaire thuiscomputers als de Apple II koos IBM voor een open architectuur met uitbreidingssloten op het moederbord. In die uitbreidingsloten konden uitbreidingskaarten gestopt worden die de functionaliteit van de pc uitbreidde. Die 8bit-sloten werden op latere pc’s backwards compatibel 16bit-sloten en werden eind jaren tachtig omgedoopt tot ISA-sloten (Industry Standard Architecture).

    ISA-sloten vind je niet meer in een moderne pc en dat geldt ook voor opvolgers als EISA, Vesa Local Bus en inmiddels ook PCI en het afgeleide AGP voor grafische kaarten. In de vorm van PCI Express vormen gestandaardiseerde uitbreidingsloten waar je van alles in kunt stoppen natuurlijk wel nog steeds de kracht van een desktop-pc.

    03.jpg.7b2739c9bf8d8b5d37278b7293e8fa31.jpg

    De IBM PC 5150 was voorzien van uitbreidingsloten om de functionaliteit van de machine uit te breiden. (IBM PC-moederbord (1981). Het had 16 KB tot 64 KB RAM op het moederbord)

    Microsoft-besturingssysteem

    Net als sommige thuiscomputers zat Microsoft BASIC ingebakken in de PC 5150. Tegelijkertijd ontwikkelde Microsoft ook het besturingssysteem IBM PC DOS. Hoewel ‘ontwikkeld’ misschien niet helemaal het goede woord was. Microsoft kocht de basis namelijk bij een andere ontwikkelaar, Seattle Computer Products, in de vorm van 86-DOS. Dat besturingssysteem was weer gebaseerd op het besturingssysteem CP/M dat vanaf halverwege de jaren zeventig op diverse microcomputers op basis van de Intel 8080/8085-processors gebruikt werd.

    Overigens was ook het besturingssysteem CP/M-86 beschikbaar voor de pc, maar dat was duurder dan PC DOS en daarom geen succes. Microsoft hield de rechten op het ontwikkelde besturingssysteem en verkocht het onder de naam MS-DOS ook aan andere fabrikanten die computers bouwden op basis van een Intel x86-processor. 

    Die computers waren overigens niet volledig compatibel met IBM’s pc. Want hoewel de pc gebaseerd was op componenten die andere fabrikanten zo konden kopen, was de BIOS die het geheel aanstuurde wel door IBM zelf ontwikkeld. Hierdoor werkte niet alle software goed op andere MS-DOS-computers. Andere fabrikanten werkten daarom aan een eigen BIOS die de functionaliteit van IBM zo goed mogelijk nadeed.

    Compaq bracht al in 1982, in de vorm van de Compaq Portable, een computer op de markt die volledig compatibel was met IBM’s pc. In 1984 bracht Phoenix Technologies een kloon van IBM’s BIOS uit die door andere fabrikanten gebruikt kon worden voor volledige compatibiliteit. Een nieuwe standaard was geboren. Halverwege de jaren tachtig werden deze kloon-pc’s goedkoper waardoor ze ook voor consumenten thuis bereikbaar werden en andere thuiscomputers van de markt begonnen te stoten.

    04.png.465685f61acb6e20702f2e37fcf72921.png

    PC-DOS of de generieke variant MS-DOS bedien je met tekstcommando’s vanaf de opdrachtprompt.

    De opkomst van Windows

    Het was begin jaren tachtig duidelijk dat grafische besturingssystemen de toekomst waren. Diverse fabrikanten zoals Apple bewezen het nut van een grafisch besturingssysteem. Ook Microsoft bracht in 1985 de eerste versie van Windows op de markt. Ook werkte Microsoft samen met IBM als opvolger van PC DOS aan het besturingssysteem OS/2 waarvan de eerste versie in 1987 op de markt verscheen en de grafische omgeving een jaar later.

    Intussen werkte Microsoft ook door aan de ontwikkeling van Windows. Met Windows 3.0 in 1990 en vooral 3.1 in 1992, werd deze grafische gebruiksomgeving echt populair. Met het succes van Microsofts eigen Windows was het eigenlijk onvermijdelijk dat de samenwerking van IBM en Microsoft aan OS/2 stopte. Microsoft was toen al bezig aan een nieuwe versie van OS/2 dat uiteindelijk de basis vormde voor Windows NT 3.1 waarvan het huidige Windows 10 een directe nazaat is. Maar in de jaren negentig was NT voorbehouden aan zakelijke varianten van Windows. Consumenten moesten het doen met minder stabiele, op DOS gebaseerde, Windows-varianten zoals Windows 95, 98 en ME.

    Windows 95 uit, hoe kan het ook anders, 1995 bracht een belangrijke vernieuwing die in Windows 10 gelukkig weer in volle glorie terugkeerde: het startmenu. Met de introductie van Windows XP kwam de NT-variant voor iedereen beschikbaar.

    05.png.5c15f40bb5d52d8bf57d76df02119d91.png

    Windows 3.1 had nog geen startmenu, maar wel programma’s die in losse vensters draaiden.

    Windows 10, dat in 2015 op de markt kwam, was volgens Microsoft qua naam lange tijd de laatste versie van Windows ooit. Inmiddels weten we dat die naam toch niet in steen gebeiteld was, want Windows 11 is inmiddels beschikbaar voor iedereen die wil upgraden. 

    Overigens betekende het langere tijd vasthouden aan de naam Windows 10 niet dat er geen ontwikkeling was, die ging misschien zelf wel sneller dan ooit. Microsoft bracht met grote halfjaarlijkse feature-updates een hoop nieuwe functionaliteit, en Windows 10 is zeker niet meer hetzelfde als toen het uitkwam.

    06.png.8d73fa9adfbafa95ce6fe75b1f881c76.png

    Hoewel Windows al jarenlang dezelfde naam heeft, verschijnen er wel steeds nieuwe versies met nieuwe mogelijkheden zoals 21H1

    Inspiratie voor Mac OS en Windows

    Vergeleken met de eerste pc’s valt een modern exemplaar direct op door zijn grafische gebruikersinterface (GUI) die je bedient met een muis. Maar dat was zelfs in 1982 eigenlijk al niets nieuws meer. In een presentatie van de uitvinder van de muis ui 1986 - Douglas Engelbart die bekend staat als ‘The Mother of All Demos’ - worden allerlei concepten die we kennen van moderne computers al getoond. In 1973 demonstreerden wetenschappers van het Xerox Palo Alto Research Centre in Californië in de vorm van de Xerox Alto een computer met grafische interface die je bediende met een muis en zelfs was verbonden met een computernetwerk.

    Maar Xerox bracht het apparaat niet commercieel op de markt. Wel gaf Xerox PARC demonstraties en in 1979 werd het apparaat aan Steve Jobs gedemonstreerd. Ook Microsoft was op de hoogte van waar Xerox mee bezig was. In ieder geval bracht Apple de muis en GUI in 1983 wel op de markt in de vorm van de geflopte Apple LISA. Een jaar later had het bedrijf meer succes en bracht het de goedkopere Apple Macintosh uit, het ecosysteem dat eigenlijk de enige serieuze tegenhanger van de pc werd. En Microsoft dat aan programma’s voor de Macintosh werkte kondigde in 1983 hun eigen grafische besturingssysteem Windows aan.

    07.jpg.8ef9051c8ed8784e27f1e1a6d460a87d.jpg

    De Xerox Alto was de computer met muis en GUI die waarschijnlijk de inspiratie vormde voor zowel Mac OS als Windows.(Maksym Kozlenko (2015), Xerox Alto-computer.)

    Van floppy naar de cloud

    Hoewel strikt genomen optioneel, werden besturingssysteem en programma’s op de eerste pc doorgaans gebruikt vanaf een floppydisk. De gebruikte 5,25inch-diskette die in 1978 geïntroduceerd werd, was ooit ontworpen als compact alternatief voor de onhandige 8inch-diskette. Toch waren ook die vierkante floppy’s eigenlijk onhandig groot en behoorlijk kwetsbaar. Diverse fabrikanten probeerden als alternatief kleinere diskettes te ontwerpen met een formaat rond de 3 inch. Geen van deze diskettes was een succes.

    Pas toen 23 bedrijven in 1982 samen afspraken maakten over een 3,5inch-diskette, gebaseerd op Sony’s 3,5inch-diskette, kwam er een serieus alternatief op de markt. Apple gebruikte 3,5 inch in de Macintosh, Atari voor de ST-computers, Commodore voor de Amiga en uiteraard volgden ook diskettestations voor de pc.

    In 1988 was het marktaandeel groter dan van de 5,25inch-diskettes. De 3,5inch-diskette had dan ook een hoop voordelen. Hij is fysiek kleiner en een stuk minder kwetsbaar. In 1987 kwam achteraf dé 3,5inch-diskette op de markt: de 1,44MB-HD-variant (High Density) waar geformatteerd 1440 kilobyte op past. Er werd later nog een 2,88MB-ED-variant (Extra Density) uitgevonden, maar die is nooit populair geworden. Ook alternatieven als de ZIPdisk werden nooit breed omarmd. Ergens rond het jaar 2000 begon de diskette door de dalende prijzen van beschrijfbare cd’s rap in populariteit te dalen.

    Maar het is waarschijnlijk de opkomst van nog een ander product dat de diskette definitief de das omdeed: de usb-stick. Want waar een cd altijd lastig bleef voor het snel opslaan van kleine bestanden, voldeed de usb-stick perfect. Ook dat medium is inmiddels eigenlijk alweer achterhaald. Allerlei (gratis) clouddiensten hebben die rol overgenomen. Die vervanging van de floppy door cd en usb-stick komt natuurlijk omdat een diskette al snel niet meer werd gebruikt voor het starten van het besturingssysteem of het laden van programma’s. De floppy diende als medium om bestanden te kopiëren van het ene naar het andere systeem.

    Vanaf de IBM PC XT die in 1983 op de markt kwam bevatte een pc standaard een harde schijf van 10 MB waar het besturingssysteem vanaf gestart werd en waarop programma’s geïnstalleerd werden. Ook harde schijven in pc’s zijn inmiddels uitgefaseerd, vrijwel iedere moderne pc gebruikt een ssd als primaire opslag.

    08.jpg.20646e8822c6cdfb5dbaaa86240f20fb.jpg

    De bekende op de pc gebruikte 5,25- en 3,5inch-diskettes naast een oudere 8inch-variant.

    Een diskette wordt ook wel floppy of floppydisk genoemd, maar waarom eigenlijk? Waar de behuizing van een 5,25inch-diskette nog enigszins flexibel is, is de 3,5inch-diskette hard. Toch noemen we ook de 3,5inch-diskette zo. Het antwoord zit binnenin, want de diskette is gebaseerd op een flexibele kunststof disk die voorzien is van een magnetisch materiaal. Wanneer je weleens een diskette hebt opengemaakt, dan weet je vast wel dat er aan beide kanten van het schijfje zachte polyester blaadjes zijn geplaatst die de wrijving verminderen.

    Beter beeld en geluid

    De pc groeide snel uit van een zakelijke machine tot een computer die ook in veel huishoudens te vinden was. En thuisgebruik betekent uiteraard gamen. Aan spellen was dan ook geen gebrek. De grafische mogelijkheden van pc’s werden ook snel beter met videokaarten die steeds meer kleuren in een hogere resolutie konden weergeven. Maar er was nog een belangrijk probleem: meer dan een paar piepjes voor statusmeldingen en wat gekraak kwam er qua geluid niet uit. Jammer, want andere (vaak goedkopere) thuiscomputers zoals de Commodore Amiga, waren voorzien van prachtige muziek en geluidseffecten.

    Zelfs in het tijdperk van de 80486 bracht het gros van de pc’s nog altijd niet veel meer dan een paar piepjes voort. De oplossing? Een uitbreidingsslot vullen met een geluidskaart. Het Canadese AdLib bracht in 1987 de eerste populaire geluidskaart op de markt die dankzij een Yamaha-synthesizerchip (OPL2) muziek en geluidseffecten toevoegde aan spellen.

    Maar er waren ook allerlei andere fabrikanten die geluidsoplossingen op de markt brachten. Het toen kleine Creative Labs uit Singapore had bijvoorbeeld niet heel veel succes met hun inferieure Creative Music System. Creative ging terug naar de tekentafel en onderzocht waar gamers en spelontwikkelaars behoefte aan hadden.

     Het antwoord was al snel duidelijk: opgenomen geluidsfragmenten (samples) voor spraak, effecten en muziek. Creative besloot hun codenaam ‘Killer Kard’ te voorzien van dezelfde synthesizerchip als AdLib, aangevuld met een DSP (digital sound processor) die monoweergave van 8bit-geluidsfragmenten met een bemonsteringsfrequentie van 23 kHz mogelijk maakte. Zeker geen cd-kwaliteit, maar spraak was duidelijk mogelijk!

    09.jpg.ddd9ecd9e4fc66e65655b5c2e860815a.jpg

    Een Adblib Music Synthesizer zorgde voor prachtige muziek in games.

    Sound Blaster werd standaard

    Die kaart van Creative Labs was zoals je waarschijnlijk wel weet de Sound Blaster. Een slimme truc was dat de Sound Blaster volledig compatibel was met een AdLib, waardoor hij direct in bestaande spellen werkte. Tel daarbij op dat je voor dezelfde prijs als een AdLib spraakweergave én een joystickaansluiting kreeg en het was niet verwonderlijk dat de Sound Blaster al snel de populairste geluidskaart op de markt was. AdLib probeerde het nog met een kaart met spraakweergave, maar die werd door incompatibiliteit met de Sound Blaster geen succes.

    In 1991 voegde de Sound Blaster Pro stereogeluid toe, terwijl cd-kwaliteit in 1992 mogelijk werd met de Sound Blaster 16. Een Sound Blaster was de standaard, maar andere fabrikanten maakten ondertussen soms betere of juist goedkopere geluidskaarten. Voor succes in de belangrijke gamesmarkt moesten deze hoe dan ook Sound Blaster-compatibel zijn. 

    Eind jaren negentig werd de geluidskaart minder relevant. Steeds meer moederborden kregen een geïntegreerde geluidsoplossing en door de opkomst van gamen in Windows werd compatibiliteit met de originele Sound Blaster minder belangrijk. Toch kun je ook nu nog steeds een Sound Blaster kopen, die zich als vanouds richt op een beter geluid voor gamers.

    10.jpg.9e7235bb9700995479ae4df44f43bbec.jpg

    Creative Labs Sound Blaster was zo populair dat het in navolging van de pc een eigen standaard werd, andere geluidskaarten moesten simpelweg Sound Blaster compatibel zijn. (Soundblaster 1.0 (CT-1320B) uit 1989/1990)

    Videokaart voor games

    Halverwege de jaren negentig werden 3D-games na het succes van Wolfenstein 3D en Doom steeds belangrijker. Diverse fabrikanten brachten daarom speciale 3D-versnellers op de markt. Uiteraard wel allemaal volgens een eigen standaard waardoor doorgaans slechts een handvol spellen echt profijt had van zo’n kaart. 

    Dat veranderde toen 3dfx in 1996 de Voodoo op de markt bracht. Deze kaart installeerde je als add-on naast de normale grafische kaart die nog verantwoordelijk bleef voor de 2D-beelden. De kaart kwam precies op het juiste moment en veel spellen kregen ondersteuning voor de Glide-API.

    Het verschil tussen Quake en Tomb Raider zonder of met een Voodoo-kaart was enorm. 3dfx bracht daarna in 1998 nog succesvol de Voodoo 2 uit en had een marktaandeel van zo’n 80% op het gebied van 3D-kaarten. Daarna was het echter over. Concurrenten als Nvidia, S3 Graphics en ATI brachten hun eigen kaarten op de markt die 2D en 3D combineerden. In 1999 nam Nvidia de rol van krachtigste grafische kaart definitief over met de introductie van de GeForce 256. 

    Uiteindelijk bleven alleen Nvidia en ATI (na een overname tegenwoordig AMD) over als leveranciers van krachtige gaming-gpu’s. Dat gaat binnenkort wellicht veranderen, want Intel is in navolging van hun geïntegreerde gpu’s bezig met een losse grafische kaart die het moet kunnen opnemen tegen deze grootmachten en binnenkort op de markt moet komen.

    11.jpg.a8f5bc55597bfc18cd811644190ffeef.jpg

    In Nederland was Diamond Multimedia een bekende leverancier van 3dfx-kaarten zoals deze Voodoo 2.

    Emuleren maar!

    Hoewel de moderne pc een doorontwikkeling is van eerdere pc’s, is het doorgaans niet mogelijk om oude software er direct op te draaien. Toch kun je oude software met soms wat moeite wel gebruiken. Oude DOS-programma’s en spellen kun je vaak draaien met de DOS-emulator DOSBox. Wil je nog een stapje verder? Dan kun je met software als 86Box of PCEm een volledige oude pc emuleren waarbij je de configuratie zelf bepaald. Hierop installeer je vervolgens zelf het gewenste besturingssysteem als MS-DOS of Windows 95.

    Dit kost wel behoorlijk wat kracht, maar op een moderne machine kun je een 486 moeiteloos emuleren en ook de Pentiums zonder MMX lukken vaak nog wel. Moderne Windows-varianten krijg je met software als VirtualBox aan de praat. Voor diverse oudere Windows-games vanaf het jaar 2000 bestaan voor populaire titels vaak patches, gemaakt door fans, waarmee deze spellen draaien op de huidige Windows-versies en videokaarten.

    Software heb je misschien zelf nog wel in de kast staan, al is het tegenwoordig lastig om nog een diskette uit te lezen. Op Archive.org vind je via de link www.tiny.cc/intarchdos gelukkig een uitgebreide collectie aan DOS-programma’s en spellen waarvan je een groot deel kunt downloaden om op een lokale machine te gebruiken.

    12.png.ee66125d1877dea90b2a511688ec64a6.png

    Dankzij bijvoorbeeld DOSBox kun je oude DOS-games op je moderne pc spelen.

    Nog altijd relevant

    De pc in de vorm van de desktop of laptop is al vaak dood verklaard, bijvoorbeeld bij de opkomst van de tablets. De verkoopaantallen van de pc vertoonden dan ook jarenlang een krimp, maar leek zich wel te stabiliseren. In 2019 was er zelfs weer sprake van een lichte groei van 2,7%. Afhankelijk van welke bron je aanhoudt, zijn er in 2019 261,24 (Gartner) en 266,69 (IDC) miljoen stuks verkocht. Deze cijfers zijn het totaal van desktop-pc’s, laptops en workstations.

    Begin 2020 kwam er abrupt een eind aan de groei door het coronavirus en leek het weer voorbij. Computerhardware wordt veelal in China geproduceerd, waar fabrieken begin dat jaar moesten sluiten. In het eerste kwartaal van 2020 daalde het aantal pc-leveringen volgens marktanalist Canalys met 8%. Toch herstelde de pc-markt als gevolg van bijvoorbeeld thuiswerken zich snel en zijn er volgens cijfers van IDC in 2020 met 302,6 miljoen zelfs meer pc’s verkocht dan in 2019. Ook het eerste kwartaal van 2021 ziet er met 83,98 miljoen stuks een stuk beter uit dan het eerste kwartaal van 2019.

    De pc is dan ook nog steeds relevant als machine om op te werken. IBM heeft met die pc-markt in ieder geval al lange tijd niets meer te maken. In 2005 verkocht het zijn pc-divisie aan Lenovo waarna dat bedrijf de merknaam IBM nog vijf jaar op bijvoorbeeld laptops mocht plakken. De erfenis van IBM is wel nog altijd herkenbaar in het portfolio in de vorm van bijvoorbeeld de ThinkPad- en ThinkCentre-producten. Lenovo is overigens wel de grootste pc-fabrikant ter wereld gevolgd door HP, Dell, Apple en Acer.

    De belofte van ARM

    Als je de pc ziet als een apparaat met daarin een x86-processor, dan is er wellicht toch iets aan de hand. Veel andere apparaten die voor veel gebruikers dezelfde taken als een pc vervullen zoals een smartphone of tablet bevatten namelijk een ARM-processor. Die ARM-processors waren lange tijd vooral energiezuinig, maar niet opgewassen tegen de kracht van een beetje serieuze x86-64-processor. Daar lijkt verandering in te komen, want de ARM-architectuur is heel voorzichtig bezig voet aan de grond te krijgen in de traditionele pc-markt.

    Zo verkoopt Microsoft in de vorm van de Surface Pro X een Windows-convertible op basis van een ARM-processor die samen met Qualcomm ontworpen is. Dat is overigens niet Microsofts eerste poging, ook de Surface RT, was voorzien van een ARM-processor. Het grootste manco destijds was dat het niet mogelijk was om x86-software te draaien, iets dat toch wel een vereiste voor succes bleek. Microsofts ARM-variant van Windows 10 kan daarom via emulatie 32bit-x86-software draaien. Ook 64bit-x86-64-software wordt in een testversie inmiddels ondersteund. Wel is deze ARM-machine minder krachtig dan de Intel-tegenhangers.

    13.jpg.97acd67733448732a8129d97cb486ab8.jpg

    Microsofts Surface Pro X draait op een processor die samen met Qualcomm is ontworpen.

    Apple M1 zet markt op de kop

    Dat ARM echt een serieus alternatief is voor een x86—64-processor bewijst Apple, dat sinds 2006 Intel-processors gebruikte. Eind 2020 introduceerde Apple in de vorm van de M1 hun eerste eigen langverwachte processor. Althans voor pc-doeleinden, want de processors voor de iPhones en iPads worden al lange tijd in eigen huis ontworpen. Apples M1 bouwt voort op die chips en maakt gebruik van de ARM-architectuur. Een goede keuze, want Apples M1 blijkt in zijn segment (zuinige laptopprocessors) de snelste processor ter wereld te zijn.

    De MacBook Air, Pro en Mac mini voorzien van een M1 zijn vele malen sneller dan hun directe voorgangers met Intel-processors, zelfs als vertaalde software gebruikt wordt. Op veel vlakken worden zelfs de prestaties van veel energiehongerige x86-desktopprocessors geëvenaard. Zo blijkt de kleine iMac voorzien van M1-processor iets sneller te zijn dan de grote en duurdere iMac voorzien van een krachtige Intel-processor. Dat belooft dus nog wat voor Apple Silicon in het verloop 2021, want de M1 is nog maar de instapvariant.

    Maar voorlopig is de pc, op basis van een processor met x86-64-architectuur die afstamt van de eerste Intel 8086, de dominante computer voor persoonlijk gebruik. Maar of dat nog een keer veertig jaar lukt?

    14.jpg.afbe005264f050952c0725d49f530731.jpg

    Apple is bezig zijn hele portfolio van de x86-64- naar de ARM-architectuur te brengen.

    Gewild toetsenbord

    De eerste pc’s zoals de PC 5150, PC XT of PC AT worden tegenwoordig natuurlijk niet meer serieus gebruikt. Maar dat geldt niet voor een klassiek IBM-toetsenbord. Het in 1985 ontworpen Model M-toetsenbord is nog steeds een erg gewild en daarom zelfs nog in productie. Het gaat trouwens niet om het toetsenbord dat bij de eerste IBM PC 5150 zat, dat Model F heeft voor hedendaagse begrippen een wat onhandige indeling. De Model M is dan ook een doorontwikkeling en verbetering van Model F.

    De reden dat Model M zo populair is, zijn de mechanische toetsen, voorzien van een veer (buckling spring). Dit zorgt voor een kenmerkende toetsaanslag. Model M-toetsenborden worden vandaag de dag gemaakt door Unicomp, een bedrijf opgericht door ex-werknemers van Lexmark nadat de productie van toetsenborden gestaakt werd. Lexmark was weer een spin-off van IBM en maakte tot 1996 de toetsenborden. Uiteraard zijn moderne Model M-toetsenborden voorzien van een usb-connector al is de PS/2-connector ook nog leverbaar.

    15.png.0c7147c30655b6996fee605328c945da.png

    De indeling van een originele Model M is identiek aan een modern toetsenbord, alleen de Windows-toets is later toegevoegd.



    Gast
     Delen


    Terugkoppeling

    Aanbevolen reactie

    comodore 64

    en op radio met Chriet Titulaer fax geluiden (programmas) op nemen van de radio om via c64 in te laden.

    Dat waren nog eens pionierstijden!

    BBS, Tradewars, modem 1200/1200.....

    lang vervlogen tijden, maar mooie tijden!

     

    Dre

     

    Link naar opmerking
    Deel via andere websites

    Ik weet nog goed toen ik mijn eerste 8088 pc kocht, moest echt die kopen op afbetaling toen en ik dacht dat dat toen lag op 40 duizend Belgische frank (indien men dat zou omrekenen naar nu dat het een veelvoud zou zijn), en het nog steeds werkzaam staan. Trouwens iedere pc die ik van dan af heb gekocht heb ik nog steeds en allemaal werkzaam, al is het soms moeilijk om wisselstukken te vinden indien er iets stukgaat (originele dan wel). Uit nostalgie start ik nog wel eens er één op, jezus christus toen was het nog met die reuze floppy's, en ik moet zeggen dat de kennis van MS-Dos serieus achteruit gegaan is. 

    Link naar opmerking
    Deel via andere websites



    Doe je mee?

    Je kunt nu een bericht plaatsen en je later registeren. Als je al een account hebt, kun je je hier aanmelden.

    Gast
    Voeg een reactie toe...

    ×   Je hebt opgemaakte inhoud geplakt.   Opmaak verwijderen

      Only 75 emoji are allowed.

    ×   Jouw link is automatisch embedded.   Toon als een normale link

    ×   Je vorige inhoud is hersteld.   Schoon editor

    ×   You cannot paste images directly. Upload or insert images from URL.


  • Wie zijn er online?  6 leden zijn actief

Mededelingen

×
×
  • Nieuwe aanmaken...